Vandaag deed de correctionele rechtbank van Brugge uitspraak in de zaak waarin verschillende leden van #Greenpeace terecht stonden naar aanleiding van hun actie waarbij zij de haven van Zeebrugge zijn binnengedrongen om de toename van de handel in vloeibaar aardgas tussen de Verenigde Staten en Europa aan de kaak te stellen. Greenpeace stelde zich op het standpunt dat hun actie een vorm van noodzakelijke burgerlijke ongehoorzaamheid betrof.Het is opvallend om te lezen dat de rechtbank in haar uitspraak thans stelt dat burgerlijke ongehoorzaamheid niet behoort tot de in het Belgische strafrecht bestaande strafuitsluitingsgronden.
Het argument met betrekking tot burgerlijke ongehoorzaamheid is te herleiden naar het recht op een vrije meningsuiting en het recht om zich vreedzaam te verenigen. Dit betreffen fundamentele mensenrechten die worden beschermd door het EVRM en waar de rechtbank dus aan dient te toetsen. Het argument dat er in onze Belgische strafwet niet uitdrukkelijk wordt verwezen naar de term 'burgerlijke ongehoorzaamheid' is bijgevolg niet pertinent. Burgerlijke ongehoorzaamheid is achteraf vaak nodig gebleken.
Denk maar aan de moedige Rosa Parks die in december 1955 besloot om niet op te staan voor een witte medepassagier. Deze actie veroorzaakte een golf aan protesten die er finaal voor zorgden dat er paal en perk werd gesteld aan de rassensegregatie in de Verenigde staten.In een democratische rechtsstaat is het cruciaal dat er niet lichtzinnig wordt omgegaan met het recht op protest en de interpretatie van burgerlijke ongehoorzaamheid. Indien de actie van burgerlijke ongehoorzaamheid geweldloos en proportioneel verloopt, doorstaat deze de toets van het EHRM.
Het is in dit kader wel hoopgevend om te lezen dat de rechtbank niet is meegegaan in de vordering van het Openbaar Ministerie om de leden van Greenpeace tot effectieve gevangenisstraffen te veroordelen. Bij het toekennen van de gunst van de opschorting werd rekening gehouden met de maatschappelijke context waarbinnen de feiten werden gepleegd. De rechtbank oordeelde tevens dat klimaatverandering, met alle gevolgen die eraan gekoppeld zijn, een gevaar inhoudt dat zowel actueel, zeker als ernstig was en nog steeds is.