Een nieuwe stap in het Belgische detentiebeleid: detentiehuis in Olen officieel geopend
Op 15 juli werd in Olen het derde Belgische detentiehuis officieelgeopend, na eerdere initiatieven in Kortrijk en Vorst. In dit kleinschalige, gesloten huis verblijven maximaal 58 personen met een gevangenisstraf tot drie jaar. Het gaat om een selecte doelgroep. Wie veroordeeld werd voor terrorisme of zedendelicten komt (voorlopig) niet in aanmerking.
Zoals zo vaak bij dit soort initiatieven klonk er protest vanuit de buurt. De vrees voor overlast en gebrek aan privacy leidde tot bezorgdheid –een typische ‘not in my backyard’-reactie: bewoners erkennen het belang vanalternatieve detentievormen, maar willen ze niet in hun directe leefomgeving.Toch werden concrete maatregelen genomen om de privacy te waarborgen, zoals geblindeerde ramen, onbruikbare terrassen en extra afschermingen. Intussen is er overleg geweest tussen overheid en buurt. Het blijft essentieel om de dialoog met de buurt te blijven voeren om een goed evenwicht te vinden tussen veiligheid, re-integratie en maatschappelijk draagvlak.
Wat zijn detentiehuizen?
Detentiehuizen vormen een alternatief voor klassieke gevangenissen,waarvan al lang bekend is dat ze kampen met ernstige problemen. Belgische gevangenissen barsten uit hun voegen, met schrijnende situaties zoals grondslapers en escalerend geweld tussen gedetineerden. Daarnaast zetten langdurige cipiersstakingen de veiligheid en het welzijn van personeel en gedetineerden sterk onder druk. Mtr. Sanne De Clerck, lid van de commissie vantoezicht in de gevangenis van Antwerpen, wordt regelmatig geconfronteerd met deze problematiek en zet zich actief in om deze aan de kaak te stellen.
Detentiehuizen bieden een fundamenteel andere aanpak. In tegenstelling tot de grote, anonieme gevangenissen richten deze kleinschalige, gesloten huizen zich op herstel, persoonlijke begeleiding en maatschappelijke verbondenheid. Bewoners koken zelf, nemen huishoudelijke taken op zich enwerken samen met detentiebegeleiders aan hun dagbesteding. Deze huiselijke omgeving bevordert eigen verantwoordelijkheid en ondersteunt een beterevoorbereiding op terugkeer in de samenleving.
Vzw De Huizen: kleinschaligheid, differentiatie en verankering in de buurt
Vzw De Huizen is een belangrijke pleitbezorger van deze paradigmaverschuiving. Volgens hen kunnen detentiehuizen pas slagen als ze steunen op drie pijlers: kleinschaligheid, differentiatie en verankering in de buurt.
Detentiehuizen vormen kleinschalige gemeenschappen waarin bewoners verantwoordelijkheid nemen en leren samen te leven. Door minder bureaucratie is er ruimte voor persoonlijk contact, wat zorgt voor een veiligheid die steunt opvertrouwen in plaats van zware beveiligingsmaatregelen.
Dankzij differentiatie kunnen bewoners worden geplaatst op basis van hun profiel en behoeften, waardoor onnodige detentieschade wordt voorkomen en re-integratietrajecten beter op maat zijn.
Daarnaast zijn detentiehuizen nauw verbonden met de buurt. Bewoners maken gebruik van lokale diensten en bouwen netwerken op met zorgverleners die ook na vrijlating betrokken blijven. Via sociale projecten dragen ze actief bij aan de gemeenschap, wat herstel en re-integratie bevordert.
Detentiehuizen: de toekomst van een mensgerichte strafuitvoering
Detentiehuizen vormen een waardevolle nieuwe richting in het gevangeniswezen, omdat klassieke gevangenissen dikwijls fabrieken voor recidivisme blijken te zijn. Detentiehuizen bieden een mensgerichte aanpak met focus op herstel, begeleiding en maatschappelijke verbinding. Zo krijgen bewoners stap voor stap weer de kans hun plek in de maatschappij terug te verdienen.
Als strafrechtadvocaten ondermeer gespecialiseerd in zedenzaken betreuren wij daarom de uitsluiting van zedendelinquenten. Juist deze groep verdient begeleiding op maat, in een context waarin verantwoordelijkheid, herstel en re-integratie centraal staan. Veel plegers van deze feiten zijn om diverse redenen buiten demaatschappij gevallen, waardoor de stap terug naar het maatschappelijk leven bijzonder moeilijk is. De klassieke gevangeniscontext biedt hier zelden een passend antwoord, detentiehuizen wél. Daarom hopen wij dat dit uitsluitingscriterium in de toekomst wordt herzien – in het belang van de samenleving, de slachtoffers én de betrokkene.
Als strafpleiters kijken we hoopvol uit naar een verdere uitrol van dit model. De combinatie van nabijheid, begeleiding en gemeenschapsgericht werken biedt volgens ons de sleutel tot succesvolle re-integratie en een lagere recidivegraad, wat in het belang is van alle betrokkenen.